Woningkwaliteit
Wat moet u doen bij hinder aan een huurwoning?
- Meld de hinder of gebreken eerst aan de verhuurder, zodat hij de kans krijgt om de nodige herstellingswerken uit te voeren. Licht de verhuurder best aangetekend in en leg een redelijke termijn op waarbinnen u reactie wenst.
- Als u hinder blijft ondervinden, dient u een klacht in bij het Woonloket. Dat kan via het daarvoor voorziene aanvraagformulier. Verstuur het aanvraagformulier per post naar het gemeentebestuur, per mail of geef het af aan het woonloket. Voeg hierbij steeds een kopie van de brief die u al verstuurd heeft naar de verhuurder met de vraag om de problemen weg te werken. Voeg zo mogelijk ook enkele fotos van de gebreken toe.
Vooronderzoek
Er gebeurt eerst een vooronderzoek. Zowel de eigenaar als de bewoners worden daarop uitgenodigd. Aan de hand van een technisch verslag gaat de onderzoeker na of de woning conform is met de kwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode. Na het onderzoek krijgen zowel de eigenaar als de bewoners een verslag toegestuurd.
Ongeschikt of onbewoonbaar
Als het dossier zwaar genoeg doorweegt (dit wordt geval per geval bekeken) dan kan het dossier doorgestuurd worden naar Wonen Vlaams-Brabant om de procedure tot ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring op te starten. Het kan ook dat de eigenaar de kans krijgt om de gebreken op te lossen binnen een opgelegde termijn. Als het dossier wordt doorgestuurd, voert een onderzoeker van Wonen Vlaams-Brabant een nieuw woningonderzoek uit. Wonen Vlaams-Brabant bezorgt nadien een advies aan de gemeente.
Voordat de gemeente een besluit neemt, krijgen de verschillende partijen nog de kans om te reageren. De eigenaar kan ook onmiddellijk herstellingen uitvoeren en zo een besluit vermijden.
Als de woning ongeschikt en/of onbewoonbaar wordt verklaard, komt de woning op de inventaris en betaalt de eigenaar een gewestelijke heffing. Pas na de nodige werken en na een nieuw woningonderzoek kan de ongeschiktheid of onbewoonbaarheid worden opgeheven en ontvangt de eigenaar een conformiteitsattest. Het kan zijn dat de bewoning stopgezet moet worden. Als dat nodig is, moeten de bewoners de woning verlaten en verhuizen naar een andere woning.